Is er nog een toekomst voor de bedrijfswagen?

De bedrijfswagen die een werkgever aan zijn werknemer ter beschikking stelt voor woon-werkverplaatsingen of echte privéverplaatsingen, vormt voor de medewerker een voordeel alle aard waarop hij wordt belast. De werkgever is hierop een solidariteitsbijdrage (CO2-bijdrage) verschuldigd. Zowel de kost voor werknemer als de werkgever wordt groter wanneer een bedrijfswagen rijdt op benzine/diesel/LPG.

De regering wil de werkgever aansporen om werk te maken van een duurzamer en groener mobiliteitsbeleid.

• Alle nieuwe bedrijfswagens zullen vanaf 2026 koolstofemissievrij moeten rijden, opdat ze nog een fiscale aftrekbaarheid kunnen genieten. De aftrekbaarheid van beroepskosten voor bedrijfswagens die (deels) op fossiele brandstof rijden, zal volledig verdwijnen. Vanaf 2027 zal ook de 100% fiscale aftrekbaarheid voor koolstofemissievrije wagens geleidelijk afgebouwd worden tot 67,5 %.
  
  
• Voor niet-koolstofemissievrije personenwagens zal deze CO2-bijdrage geleidelijk aan gevoelig verhoogd worden. De berekende bijdrage zal worden vermenigvuldigd met een factor die verhoogt van 2,25 (vanaf 1 juli 2023) tot 5,50 (vanaf 1 januari 2027). Voor koolstofemissievrije wagens geldt momenteel het minimumbedrag van de solidariteitsbijdrage. Ook dat minimumbedrag zal geleidelijk aan worden verhoogd vanaf 1 januari 2025.
  
  

Alternatief?

Wanneer een werkgever beslist om het mobiliteitsbudget in te voeren in zijn onderneming, kan de werknemer zijn bedrijfswagen of het recht op een bedrijfswagen inruilen voor een mobiliteitsbudget.

De keuze voor het mobiliteitsbudget is geen besparingsoperatie. Het mobiliteitsbudget stemt immers overeen met de reële jaarlijkse werkgeverskost van de bedrijfswagen die men opgeeft. De totale kost voor de werkgever blijft in beide opties gelijk. Het mobiliteitsbudget wordt begrensd tot minimum 3.000 EUR (op jaarbasis) en maximum 1/5 van het brutojaarloon van de werknemer met een plafond van 16.000 EUR.

Het saldo van het mobiliteitsbudget – datgene dat aan de werknemer ter beschikking wordt gesteld na aftrek van de kosten voor de milieuvriendelijke bedrijfswagen gekozen in pijler 1 – vormt een volledig aftrekbare beroepskost voor de werkgever.

Rekening houdend met de bestedingsmogelijkheden die de werkgever aanbiedt kan een werknemer het mobiliteitsbudget vrij besteden in 3 pijlers. De werkgever moet minstens 1 aanbod doen binnen pijler 2.

Pijler 1: milieuvriendelijke bedrijfswagen

Binnen deze pijler kan de werknemer kiezen voor een elektrische wagen of een wagen die voldoet aan bepaalde normen. Vanaf 1/01/2026 mag een milieuvriendelijke bedrijfswagen in pijler 1 enkel nog een wagen zonder CO2-uitstoot zijn. Het budget dat, na een eventuele besteding in pijler 1, overblijft kan de werknemer besteden in pijlers 2 en/of 3. Wanneer de werknemer een milieuvriendelijke bedrijfswagen kiest in pijler 1, gelden de regels inzake autofiscaliteit.

Pijler 2: duurzame vervoermiddelen en huisvestingskosten

• Zachte mobiliteit : een fiets, een elektrische motorfiets … Vanaf 01.01.2026 mogen de gemotoriseerde voertuigen die onder zachte mobiliteit vallen geen CO2-uitstoot meer hebben. In aanvulling op de reeds bestaande mogelijkheden zoals de aankoop, huur of leasing, het onderhoud en de verplichte uitrusting, kan het mobiliteitsbudget ook worden besteed aan:
  
  
• fietsleningen
• stallingskosten voor het al dan niet overdekt parkeren van bijvoorbeeld een fiets, een bromfiets of een elektrische motorfiets
• de uitrusting ter bescherming van de bestuurder en zijn passagiers, alsook ter verhoging van hun zichtbaarheid (fietshelmen en fluohesjes)
• gemotoriseerde drie- en vierwielers (elektrisch aangedreven en ontworpen voor het vervoer van personen en, in het geval van vierwielers, voorzien zijn van een gesloten passagiersruimte)

• Abonnement voor openbaar vervoer woon-werkverkeer op naam van de werknemer of inwonende gezinsleden
  
  
• Georganiseerd gemeenschappelijk vervoer. De gemotoriseerde voertuigen die onder carpooling, autodelen en verhuur van auto's met chauffeur vallen mogen vanaf 1/01/2026 geen CO2-uitstoot meer hebben
  
  
• Huurgelden, kapitaalaflossingen en intresten van hypothecaire leningen voor een woning dichter bij het werk (hierbij kan de woning tot 10 km van het werk gelegen zijn).
  
  
• Parkeerkosten die gepaard gaan met het gebruik van het openbaar vervoer
  
  
• Voetgangerspremie voor de verplaatsingen te voet van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling (zelfde bedrag als de fietsvergoeding)

Pijler 3: geld

Als het mobiliteitsbudget nog niet volledig is besteed in pijlers 1 en/of 2, kan de werknemer het resterende bedrag in geld ontvangen. Dat bedrag wordt eerst verminderd met een bijzondere werknemersbijdrage van 38,07%. Met die bijdrage worden sociale rechten, zoals pensioenrechten opgebouwd, met uitzondering van het recht op jaarlijkse vakantie.

Wil je hier meer over weten of wens je een afspraak? Bel ons +32 (0)496 40 89 50 of mail naar info@solut-hr.be 

Solut garantie op succes inspireert je met prikkelende blogs en belangrijke info, want wij geven om werkgever en werknemer. Wil je geen enkele blog of info missen? Volg ons op Facebook, LinkedIn en Instagram.